Wat is acute lymfocytische leukemie?
Het beenmerg is een weke substantie die zich in het binnenste van onze beenderen bevindt. Het staat in voor de aanmaak van stamcellen. Stamcellen zijn onvolgroeide cellen die zich kunnen ontwikkelen tot bestanddelen van het bloed, namelijk rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen. Na een rijpingsproces verlaten de bloedcellen het beenmerg en gaan het bloed in. Per dag worden er evenveel cellen toegevoegd als er in het bloed afsterven. Hierdoor is er steeds een evenwicht.
Acute lymfocytische leukemie of ALL is een vorm van kanker die de stamcellen in het beenmerg aantast. Het wordt ook wel acute lymfatische leukemie genoemd. Hierbij worden de stamcellen, die zich ontwikkelen tot een soort witte bloedcellen (lymfocyten), aangetast. Lymfocyten zijn belangrijk voor het aanmaken van antilichamen die bescherming bieden tegen ziektes en vormen een onderdeel van het afweermechanisme.
Bij acute lymfocytische leukemie rijpen de lymfocyten in het beenmerg niet uit. Ze blijven echter wel gevormd worden. In normale omstandigheden worden er signalen gegeven wanneer er voldoende lymfocyten gevormd zijn. De aanmaak van lymfocyten wordt dan verminderd.
Bij acute lymfocytische leukemie reageren de lymfocyten niet meer op de signalen. Hierdoor ontstaan er grote hoeveelheden abnormale, onvoldoende gerijpte lymfocyten. Na verloop van tijd komen de teveel gevormde, onrijpe lymfocyten in de bloedbaan, het beenmerg, lymfevaten, lymfeklieren en ook in andere organen terecht. Ze overwoekeren en verdringen de andere gezonde bloedcellen (rode bloedcellen, bloedplaatjes en witte bloedcellen).
Acute lymfocytische leukemie is de meest voorkomende kanker bij kinderen jonger dan 14 jaar. Het komt vooral voor tussen het tweede en het derde levensjaar. De behandeling ervan is afhankelijk van persoon tot persoon.
Lees meer
Lees minder
Welke zijn de symptomen?
Aanvankelijk kunnen de symptomen sterk lijken op een gewone infectie. Alarmsignalen die doen denken aan leukemie zijn:
- bleekheid;
- onverklaarbaar moe, buiten adem bij de minste inspanning;
- herhaalde infecties;
- hartkloppingen;
- niet-genezende infecties met koorts tot gevolg;
- botpijnen;
- zwelling van de lymfeklieren;
- vergroting van lever en milt;
- spontane bloedingen (blauwe plekken, bloedend tandvlees, neusbloedingen, overdreven maandstonden, …).
Deze symptomen worden veroorzaakt door tekorten aan rode bloedcellen, witte bloedcellen en/of bloedplaatjes.
Lees meer
Lees minder
Wanneer ga ik best naar de huisarts?
Raadpleeg je arts bij:
- tekenen van infectie:
- koorts boven 38°C en/of koude rillingen;
- branderig gevoel en/of pijn bij het plassen, frequent en kleine beetjes plassen;
- keelpijn.
- andere tekenen.
- kortademigheid;
- wondjes die langer dan een half uur bloeden;
- bloed in urine en/of stoelgang;
- blauwe plekken zonder dat je gevallen bent of zich gestoten hebt;
- een gezwollen hand of arm aan de kant waar de (poort) katheter werd geplaatst;
- pijn in de mond, moeilijk en/of pijnlijk slikken;
- elk ander verschijnsel waarover je je ongerust maakt.
- als je je duizelig voelt.
- wanneer je kortademig bent.
- wanneer je pijn hebt in de borstkas.
- als je abnormaal veel last hebt van koude.
- wanneer je je moe voelt bij de minste inspanning.
- bij het spontaan ontstaan van blauwe plekken.
- bij het regelmatig voorkomen van een moeilijk te stelpen bloedneus.
- bij hoofdpijn en bij een verlengde menstruatie.
- als je bloed moet braken.
- als je bloed in de stoelgang of urine ziet.
- als je niet meer voldoende kunt eten of drinken.
- als je ernstig vermagert.
- als je tekenen van uitdroging vertoont: een gevoel van dorst, een droge en gerimpelde huid, een droge mond, oververmoeidheid en weinig plassen.
- als je je angstig en benauwd voelt.
- wanneer je veranderingen waarneemt in je mondslijmvlies: blaasjes, zweertjes, droge mond, witte stipjes in je mond (tong, wangslijmvliezen). Dit laatste zou kunnen wijzen op een schimmelinfectie.
- wanneer je pijn hebt in je mond of keel. Je arts kan je iets voorschrijven om de mond en de keel te verzachten.
- wanneer je nog moeilijk kunt eten en op korte tijd veel gewicht verliest.
- wanneer je koorts hebt. Dit zou kunnen wijzen op een bijkomende infectie in je mond.
- wanneer je driemaal per dag of meer stoelgang hebt.
- wanneer je stoelgang zachter of vloeibaarder wordt.
- als je last hebt van een branderig gevoel aan de anus.
- wanneer je bloed in de stoelgang ziet of als je stoelgang een zwarte kleur heeft.
- als je slijmerige stoelgang hebt.
- wanneer je koorts hebt.
- wanneer je hierbij nog last hebt van een droge mond en/of droge tong en minder plast (de urine is ook troebel en donker van kleur). Deze tekenen wijzen op een uitdroging van je lichaam. Het is dan belangrijk om extra vocht te nemen. Soms kan het zijn dat je wordt opgenomen in het ziekenhuis om via een infuus extra vocht te krijgen.
- wanneer je een onregelmatige stoelgang hebt.
- wanneer je geen of veel minder stoelgang hebt dan voor je behandeling.
- wanneer je harde stoelgang hebt en je ontlasting pijnlijk is.
- als je last hebt van een opgezette buik.
- als je buikpijn of buikkrampen hebt.
- wanneer je je erg misselijk voelt en moet braken.
- wanneer je bloed in de stoelgang ziet of als je stoelgang zwart gekleurd is.
- bij alles waar je je zorgen over maakt
Lees meer
Lees minder
Chemotherapie: verminderd aantal rode bloedcellen
- Een verminderd aantal rode bloedcellen geeft kans op bloedarmoede. Mogelijk ben je hierdoor sneller moe en voel je je futloos. Je kunt er bleek uitzien. Vermijd daarom extra inspanningen en voorkom uitputting.
- Vermijd tijdsdruk en laat anderen ook eens iets voor je doen.
- Verdeel de huishoudelijke taken over een week en doe iedere dag een beetje.
- Doe je boodschappen op momenten dat het rustig is in de winkel.
- Probeer een dagindeling te maken. Dit brengt structuur en spaart ook energie.
- Durf “neen” te zeggen.
- Raadpleeg je arts:
- als je je duizelig voelt.
- wanneer je kortademig bent.
- wanneer je pijn hebt in de borstkas.
- als je abnormaal veel last hebt van koude.
- wanneer je je moe voelt bij de minste inspanning.
Chemotherapie: verzorging
Bij verminderd aantal witte bloedcellen (infecties voorkomen):
- Neem dagelijks een douche (of een bad) met een mild product. Kies producten die pH-neutraal zijn voor de huid.
- Was je handen regelmatig, zeker voor het eten en nadat je naar het toilet bent geweest. Gebruik hiervoor best een milde handreiniger.
- Wees voorzichtig met het knippen van je nagels. Je moet opletten dat je geen wondjes maakt, aangezien je meer kans hebt op een infectie.
- Poets je tanden minstens tweemaal per dag, liefst na de maaltijd en zeker voor het slapen gaan.
Bij een verminderd aantal bloedplaatjes:
- Gebruik een zachte tandenborstel en tandzijde (flosdraad) in plaats van tandenstokers.
- Gebruik een elektrisch scheerapparaat in plaats van scheermesjes.
- Gebruik geen tampons bij menstruatie.
- Raadpleeg je behandelende arts als je een tandarts nodig hebt. Laat je tandarts weten dat je met chemotherapie of andere celremmende geneesmiddelen wordt behandeld. Een tandverzorging veroorzaakt gemakkelijk een bloeding.
Bij droge huid en broze nagels:
- Neem regelmatig een douche met een mild product. Een bad nemen mag, maar het droogt de huid meer uit. Gebruik best niet te warm water. Kies producten die pH-neutraal zijn voor de huid.
- Gebruik ook een bodymelk na de douche of het bad. Dit zal de huid extra voeden en dus minder droog maken. Kies producten die pH-neutraal zijn voor de huid en liefst zonder parfum.
- Indien je last hebt van een droge huid in het gelaat, kies dan voor een zeer milde reinigingsmelk met reinigingslotion. Daarna gebruik je best een dagcrème die aansluit bij je droge huid. Zorg ervoor dat je huid ook niet te vet wordt.
- Voor broze nagels bestaat er nagellak om ze te verstevigen. Er zijn ook voedingssupplementen voor broze nagels. Bespreek wel altijd met je arts welke producten je wel of niet mag gebruiken. Dit kan verschillend zijn van persoon tot persoon.
Bij misselijkheid en braken:
- Spoel je mond, eventueel met mondwater, na het braken.
- Was je handen na het braken, best met een milde handreiniger.
Bij smaakverandering – reukverandering – irritatie en/of ontsteking van het mondslijmvlies:
Tanden poetsen:
- Gebruik een zachte of medium tandenborstel. Vervang je tandenborstel minstens om de twee maanden.
- Poets je tanden minstens tweemaal per dag, en liefst na elke maaltijd en voor het slapengaan.
- Spoel na het poetsen je tandenborstel grondig met lauw water en bewaar hem droog.
- Borstel regelmatig zachtjes je tong. Dit kan met je tandenborstel. Een beslagen tong veroorzaakt dikwijls een slechte smaak en slechte adem.
- Als je arts geen mondspoelingen heeft voorgeschreven, mag je een klassieke tandpasta met fluor gebruiken.
- Een elektrische tandenborstel moet zeer voorzichtig gebruikt worden. Spoel na het poetsen de borstelkop grondig met lauw water en bewaar deze droog. Vervang de borstelkop minstens om de twee maanden.
- Tussen de tanden kun je de tandplak verwijderen door eenmaal per dag gebruik te maken van tandzijde. Gebruik liever geen tandenstokers, die kunnen je tandvlees beschadigen.
- Als je mondspoelingen moet doen, gebruik je best tandpasta zonder NLS (natriumlaurylsulfaat), bijvoorbeeld Sensodyne F-gel, Zendium of Meridol.
Mondspoeling:
- Door de behandeling kun je vatbaarder worden voor infecties. Hierdoor kan de arts je bijkomende mondspoelingen voorschrijven. Het gebruik van een mondspoeling vervangt in geen geval het tandenpoetsen.
- Poets altijd eerst je tanden, daarna pas mondspoeling gebruiken.
- Mondspoelingen op basis van chloorhexidine (bijvoorbeeld Perio-aid) hebben een antibacteriële werking. Neem 10 ml mondwater (Perio-aid), dit mag eventueel verdund worden in 10 ml water vlak voor gebruik.
- Spoel minstens 1 minuut, eventueel opgesplitst in driemaal 20 seconden. Tweemaal spoelen per dag is voldoende. Het actief product blijft 8 tot 12 uur nawerken.
Tandprothese:
- Reinig je prothese minstens eenmaal per dag.
- Laat ’s nachts en bij een pijnlijke mond de prothese uit. Bewaar je prothese droog en reinig ze voor je ze weer in je mond plaatst.
- Spoel je prothese na iedere maaltijd af onder stromend water.
- Neem de prothese enkele uren per dag uit je mond om je slijmvlies wat rust te geven. Bij ontsteking of aftvorming van het mondslijmvlies laat je de prothese uit en raadpleeg je de arts.
- Tijdens periodes waarin je arts het gebruik van een mondspoeling adviseert, borstel je de prothese eerst met een chloorhexidine-oplossing (bijvoorbeeld Perio-aid) voor je ze in de mond brengt.
Mondinspectie:
- Bekijk af en toe je mond in de spiegel, eventueel met een lampje. Kijk naar je lippen, tong, de binnenzijde van de wangen, onder de tong en naar het verhemelte. Kijk of je geen wondjes, aften, blaasjes, zweertjes, witte stipjes op de tong, … heeft. Wanneer je deze veranderingen merkt in je mondslijmvlies kun je best je arts raadplegen.
- Bij droge lippen of wanneer je lippen gebarsten zijn, kun je ze dun insmeren met een voedende lippenstick of lippenbalsem.
- Bij een droge mond kun je de speekselklieren stimuleren door een suikervrij zuurtje of kauwgom (met xylitol) te nemen.
Bij diarree of bij constipatie:
- Maak je huid schoon met zacht toiletpapier (niet schuren).
- Was al deppend met een niet-geparfumeerde zeep. Spoel overvloedig met lauw water.
Bij haarverlies:
- Haaruitval gaat gepaard met jeuk op het hoofd en begint 14 tot 16 dagen na de eerste toediening. Je haar begint meestal twee tot drie maanden na het stoppen van de therapie terug te groeien. Soms heeft het een andere kleur. Ook de structuur kan anders zijn. Zo kan je nieuwe haar krullend zijn in plaats van glad of omgekeerd.
- Haarverlies kan je emotioneel ontredderen. Het is normaal dat je soms overstuur raakt, kwaad bent en dat je je hopeloos, droevig, angstig of verlegen voelt. Praat over deze gevoelens met je familie, vrienden, arts, verpleegkundige en anderen als je daar behoefte aan hebt.
- Het is belangrijk dat je hoofdhuid beschermd blijft om afkoeling te vermijden. Dit kan met een pruik maar uiteraard kun je ook voor een sjaal, een hoed of een pet kiezen. Zet je pruik nu en dan af om uw hoofdhuid te laten ademen.
- Voor het begin van de behandeling wordt met je besproken of een pruik nodig zal zijn en, zo ja, waar je die kunt aanschaffen. Je krijgt een attest, zodat je een deel van de kosten van de pruik kunt terugvorderen van je ziekenfonds.
- Misschien kun je wat meer make-up gebruiken als je ogen dat verdragen. Kies altijd voor make-up die past bij een zeer gevoelige huid.
- Je behandeling maakt het haar dunner of geeft haarverlies. Haarverdunning of haarverlies is tijdelijk. Doordat haarverlies een bijwerking is van je behandeling, zijn er geen goede maatregelen om het te vermijden.
- Wees voorzichtig bij de verzorging van je haar. Was het met lauw water. Je kunt een anti-age shampoo en crèmespoeling gebruiken om dunner wordend haar toch wat meer kracht en volume te geven. Let op dat deze mild zijn voor de hoofdhuid.
- Droog het haar voorzichtig.
- Gebruik een zeer zachte borstel of een kam met ver uit elkaar staande tanden. Begin onderaan te kammen en eindig bovenaan.
- Het is af te raden om een permanent te nemen, krulspelden of haarspray te gebruiken. Kleur uw haar niet tijdens de behandeling.
- Sommige mensen vinden het minder hinderlijk als hun haar kort wordt geknipt voordat het gaat uitvallen. Anderen hebben liever dat het op voorhand al kort is.
- Raadpleeg je arts wanneer je vragen hebt over haarverlies en de verzorging van je haar.
Intensieve hematologische behandeling
- Een goede mond- en lichaamshygiëne is belangrijk. Zo kun je infecties met kiemen, die op of in het eigen lichaam leven, voorkomen.
- Infecties kunnen ook van buitenaf komen, bijvoorbeeld van andere zieke mensen of van voeding. Hierdoor is het mogelijk dat je een aantal voedingsmiddelen niet zal krijgen in het ziekenhuis. Wanneer je etenswaren van thuis laat meebrengen, bespreek dan vooraf met de verpleegkundigen of diëtist of deze veilig zijn.
- Planten of bloemen worden niet toegelaten op de kamer.
- Ondergoed en (nacht)kleding worden bij voorkeur dagelijks ververst. Wasgoed wordt het best regelmatig naar huis meegegeven en moet op minstens 60°C gewassen worden.
- Er wordt het best zo weinig mogelijk (overtollig) materiaal op je kamer binnengebracht. Al het materiaal moet zuiver zijn voor het in de kamer wordt binnengebracht. De raadgevingen hiervoor kunnen in elk ziekenhuis verschillend zijn.
- Het gebruik van een kersenpitkussentje is niet toegelaten omwille van infectiegevaar. Je kunt ter vervanging een cold-hotpack vragen aan de verpleegkundige.
- Nieuwe tijdschriften, kranten, boeken en boeken van thuis zijn toegelaten. De boeken moeten zichtbaar zuiver zijn. Boeken uit de bibliotheek zijn niet toegelaten.
- Postkaartjes, foto’s en kindertekeningen mogen in de patiëntenkamer worden opgehangen.
- Aan de bezoekers vraagt het ziekenhuis vaak dat:
- ze de handen ontsmetten vooraleer ze de kamer betreden en dat ze jassen en bezittingen aan de daartoe bestemde kapstok of ruimte laten.
- er maximaal drie bezoekers tegelijk op de kamer aanwezig zijn.
- ze bij een lichte verkoudheid, keelpijn, hoest, ... hun bezoek uitstellen.
- Wees alert op tekens van infectie. Nu je eigen weerstand zodanig onderdrukt is, is het immers van het grootste belang dat een infectie snel kan worden vastgesteld en behandeld.
- Meld onmiddellijk aan je arts of verpleegkundige als je je koortsig of rillerig voelt.
- Meld het ook als je andere klachten heeft die op een infectie kunnen wijzen.
Bestralingen
- Bescherm je huid tegen bijkomende irritatie, verwondingen en ontstekingen zolang de behandeling duurt en dit tot je huid volledig genezen is.
- Was voorzichtig met een zacht washandje, dep zachtjes in plaats van te wrijven. Gebruik liever lauw dan warm water bij het wassen. Warm water maakt de huid droger. Ook drogen doe je best voorzichtig en deppend. Droog de huidplooien goed.
- Geef de voorkeur aan een douche in plaats van een bad.
- Als de markeringen verdwenen zijn, probeer je ze best niet zelf terug te tekenen. Breng eventueel je arts ervan op de hoogte.
- Kies een vochtinbrengende zeep met een neutrale pH en zonder parfum (bijvoorbeeld glycerinezeep).
- Smeer je huid in met een vochtinbrengende crème (bodylotion liefst zonder parfum). Ook bij jeuk of een erg droge huid kun je deze crèmes gebruiken. Breng de crème al vanaf de eerste dag van de bestraling aan tot maximum tweemaal per dag aan te brengen op de bestraalde huid. Niet elke crème is hiervoor geschikt, vraag raad aan je arts of apotheker.
- Vermijd het gebruik van (alcoholische) deodorants.
- Vermijd ontharen tijdens de bestralingsbehandeling. Indien je borst, keel, ... bestraald wordt, is het beter de oksel niet te ontharen.
- Vermijd krabben of wrijven bij een branderig of jeukend gevoel. Een washandje of een gelkussen, dat in de koelkast gelegen heeft, kan helpen. Wikkel het koude gelkussen in een doek voordat je het tegen je huid plaatst.
- Draag liefst katoenen kleding als deze rechtstreeks in contact komen met bestraalde huid. Vermijd kleding die schuurt of knelt. Draag liefst geen strak zittende beha of korset. Als je toch een beha draagt kunt je je huid eventueel met een zacht doekje beschermen. Soms is het aangewezen om onder je beha een katoenen hemdje te dragen.
- Bescherm je huid tegen rechtstreeks zonlicht. Zonneproducten houden meestal de zon niet volledig tegen en kunnen irritatie veroorzaken. Zonneproducten met minerale filter kunnen gebruikt worden doordat deze de zon volledig tegenhouden. Deze laten wel een witte schijn achter op de huid.
- Gebruik geen warmwaterkruik of een elektrisch kussen.
- Wacht met het aanschaffen van een eventuele definitieve prothese tot je huid volledig hersteld is. Dit duurt vier tot zes weken.
- Ook na de behandeling dien je een zonneproduct met een hoge beschermingsfactor te gebruiken.
- Raadpleeg je arts wanneer je huid hevig rood en/of pijnlijk en/of branderig wordt. Ook als er zich blaasjes vormen en de huid vochtig en kleverig wordt, dien je een arts te raadplegen.
- Indien je last hebt om te slikken, kun je een pijnstiller nemen (bijvoorbeeld paracetamol). Spreek je arts of verpleegkundige aan wanneer je last blijft hebben, wanneer je plots meer last krijgt of wanneer er bij het slikken een branderig gevoel ontstaat.
- Indien nodig kun je een middagdutje inlassen. Probeer hierbij wel een normaal levensritme aan te houden.
- Als je een voorlopige borstprothese draagt, zorg dan dat deze zacht aanvoelt en niet schuurt. Een katoenen hemdje onder de prothese kan je huid extra beschermen.
Kanker: voeding bij gebrek aan eetlust
- Eet meerdere kleine maaltijden per dag.
- Neem de soep al een half uur tot een uur voor de warme maaltijd.
- Drink niet vlak voor of tijdens de maaltijd.
- Drink 1,5l per dag. Te weinig drinken kan de eetlust verminderen. Water is een goede keuze maar kies ook voor calorierijke dranken zoals frisdrank, fruitsap of een milkshake.
- Zorg dat je de dingen die je lekker vindt, steeds in huis heeft. Je smaak en geur kan door de behandeling veranderd zijn. Probeer ook eens nieuwe gerechten uit.
- Schep kleine hoeveelheden op en neem een klein bord. De aanblik van een groot bord vol eten kan ontmoedigend zijn.
- Dwing jezelf niet om te eten. Verschuif de maaltijd naar een moment dat je beter kunt eten. Je kunt de ‘schade’ ook inhalen door goed te eten in de periodes tussen de behandelingen.
- Ga voor de maaltijd even naar buiten, wat beweging in de buitenlucht verhoogt het hongergevoel.
- Zorg ervoor dat je ontspannen bent voor je aan tafel gaat.
- Het oog wil ook wat. Een mooi gedekte tafel of een mooie presentatie kunnen je zin doen krijgen om te eten.
- Als je via de gewone voeding onvoldoende kan eten, kun je dieetpreparaten inschakelen. Raadpleeg je diëtist of apotheker voor meer informatie. De producten zijn enkel verkrijgbaar in de apotheek en bestaan onder vorm van:
- energierijke poeders (eiwitten of koolhydraten) die je aan gerechten kunt toevoegen.
- medische voeding (dranken, pudding, mousses) die veel calorieën aanbrengen in een compacte hoeveelheid.
Kanker: voeding bij ongewenst gewichtsverlies
- Drink 1,5l per dag. Drink niet vlak voor of tijdens de maaltijd want dat werk verzadigend. Kies naast water ook voor calorierijke dranken zoals frisdrank, fruitsap, volle melkdranken, milkshakes, smoothies,… .
- Sla geen maaltijden over.
- Eet waar je zin in hebt. Voldoende eten is nu belangrijker dan gezond eten.
- Neem meerdere kleine maaltijden per dag.
- Neem extra tussendoortjes zoals:
- koeken, cake, patisserie, koffiekoek,....
- volle yoghurt, pudding, pap, chocomousse, tiramisu, roomijs, sorbet,….
- een (kant- en klare)milkshake of smoothie.
- gefrituurde hapjes.
- blokjes kaas, salami, paté,...
- toastje of sandwich met vet beleg (kaas, vlees -of vissalade, paté,...).
- chips, nootjes, zoute aperitiefkoekjes,
- Vervang de broodmaaltijd eens door sandwiches, pannenkoeken, verloren brood, patisserie, pasta (lasagne, macaroni), spek en eieren,…
- Maak de maaltijden extra energierijk door bijvoorbeeld het toevoegen van volle room of extra boter. Voeg een extra ei toe aan puree.
- Gebruik extra saus bij de maaltijd.
- Voeg extra bindmiddelen toe aan de soep zoals aardappelen of vermicelli. Ook een scheutje room, vleesballetjes, korstjes,… maken de soep extra energierijk.
- Kies voor bereidingswijzen zoals frituren, bakken, stoven, gratineren,… .
- Voeg een extra klontje boter toe aan groenten. Rauwkost bevat weinig calorieën en geeft snel een vol gevoel.
- Probeer dagelijks vlees of vis te eten voor de aanbreng van eiwitten. Kies ook voor vettere vlees- en vissoorten. Vlees en vis kunnen ook vervangen worden door eieren, vegetarische producten of melkproducten.
- Besmeer je brood ruim met boter en neem dubbel beleg.
- Voeg extra suiker of honing toe aan gerechten of dranken.
- Als je via de gewone voeding onvoldoende kan eten, kun je dieetpreparaten inschakelen. Raadpleeg je diëtist of apotheker voor meer informatie. De prodcuten zijn enkel verkrijgbaar in de apotheek en bestaan onder de vorm van:
- energierijke poeders (eiwitten of koolhydraten) die u aan gerechten kan toevoegen.
- medische voeding (dranken, pudding, mousses) die veel calorieën aanbrengen in een compacte hoeveelheid.
Kanker: voeding bij smaak- en geurveranderingen
- Drink 1,5l per dag. Te weinig drinken kan ook een vieze smaak in de mond veroorzaken.
- Een suikervrije kauwgom of een muntje kan een vieze smaak in de mond wegnemen.
- Kauw goed en drink voldoende bij de maaltijd. Zo worden smaakstoffen beter opgenomen en proef je beter.
- Vermijd geuren die je misselijk maken (schoonmaakmiddelen, parfum, sterke etensgeuren, …).
- Vermijd producten waarvan je een afkeer hebt gekregen. Dit zijn meestal gerechten met een sterke geur zoals koffie, gebraden vlees, soep, sterke kruiden,… . Vervang vlees eventueel door vis, ei of een vegetarisch product.
- Kies voor een broodmaaltijd of een koude maaltijd als de geur van een warme maaltijd tegensteekt.
- Eet in een andere ruimte dan waar de maaltijd bereid wordt. Laat de maaltijd eventueel door iemand anders bereiden of kies voor een kant –en klare maaltijd.
- In de microgolfoven koken of opwarmen geeft minder geurhinder.
- Je reuk en je smaakvoorkeur kan per dag wisselen. Probeer verschillende producten uit en schrap niet te snel iets van het menu. Wat op het ene moment niet smaakt, kun je nadien wel weer lekker vinden en omgekeerd. Omwille van smaakveranderingen is het soms de moeite om gerechten die je voordien niet lekker vond of niet kende, toch een kans te geven.
- Vermijd scherpe kruiden als alles te fel smaakt. Probeer neutraal smakende gerechten zoals pasta, rijst, vanillepudding, rijstpap,… .
- Voeg bij een te zoute smaak geen zout toe aan de bereiding en vermijd gerookte vleeswaren, bouillonblokjes en belegen kazen.
- Vervang bij een metaalsmaak vlees door vis, eieren of melkproducten. Gebruik eventueel plastic of houten bestek.
- Friszure gerechten en dranken smaken meestal wel goed. Bijvoorbeeld karnemelk, (drink)yoghurt, sorbet, schijfjes appel, schijfjes komkommer,… .
- Bereid groenten in een melksaus of verwerk fruit in een moes als zure smaken te scherp zijn.
- Probeer steeds te eten, ook als niets u smaakt. Zorg eventueel voor wat afleiding tijdens de maaltijd door tv te kijken, te lezen of bij te praten met familie.
Kanker: voeding bij misselijkheid en braken
- Door de behandeling kunnen smaak en geur aangetast worden. Vermijd geuren die je misselijk maken (schoonmaakmiddelen, parfum, sterke etensgeuren, …).
- Vermijd voedsel waarvan je een afkeer hebt gekregen. Vaak zijn dit gerechten met een sterke geur zoals gebraden vlees, bouillon of koffie.
- Eet in een andere ruimte dan waar de maaltijd bereid wordt. Laat de maaltijd eventueel door iemand anders bereiden of kies voor een kant- en klare maaltijd.
- Kies voor een broodmaaltijd of een koude maaltijd als de geur van een warme maaltijd tegensteekt.
- Drink voldoende. Te weinig drinken kan klachten als misselijkheid verergeren en bijdragen aan een vieze smaak in de mond.
- Zorg dat je ontspannen bent voor je aan tafel gaat en rust uit na het eten. Zitten gaat vaak beter dan liggen.
- Eet meerdere kleine maaltijden per dag. Een lege maag kan ook een misselijk gevoel geven.
- Forceer jezelf niet. Als het niet lukt om te eten, eet dan op een moment dat je minder misselijk bent. Zelfs als dat ‘s nachts is.
- Een cracker of beschuit voordat je opstaat, kan helpen tegen ochtendmisselijkheid.
- Zorg voor een goede mondhygiëne.
Kanker: voeding bij diarree
- Bij diarree verlies je veel vocht en mineralen (zoals zout). Drink 1,5 tot 2,5l per dag. Soms is het nodig om een ORS-oplossing te drinken om vocht en mineralen weer aan te vullen. Deze poederoplossing met zouten is verkrijgbaar in de apotheek.
- Voeg eventueel wat extra zout toe aan maaltijden of kies voor zoute gerechten zoals bouillon. Eet tussendoor wat chips, gezouten noten of zoute koekjes.
- Stoppende voedingsmiddelen bestaan niet. Beschuiten, bessensap, geraspte appel, wortelsap, rijstwater, bananen,… zullen dus geen merkbaar stoppend effect hebben.
- Vermijd grote of vetrijke maaltijden. Kies eerder voor lichte, kleine maaltijden gespreid over de dag.
- Een vezelarme voeding is niet nodig en is zelfs nadelig voor de darmflora. Vezels binden het overtollige vocht in de stoelgang. Kies voor lichtbruin brood, gekookte groenten, witte deegwaren, rijst en aardappelen. Overdrijf echter niet me vezels en beperk het gebruik van fruit. Kies voor rijp en zacht fruit en schil steeds.
- Vermijd grove vezels zoals in:
- volkoren granen (volkoren brood, rozijnenbrood, muesli, zilvervliesrijst,…).
- vezelige groenten (asperges, paprika, bleekselder, peulvruchten,…).
- vezelig fruit (onrijp fruit, ananas, steenvruchten, appelsien, gedroogd fruit, noten…).
- Wanneer je melk minder goed kan verdragen, kun je (tijdelijk) overschakelen op sojaproducten. Yoghurt of kaas geven meestal geen klachten.
- Vermijd suikerrijke voeding of dranken met veel suiker zoals appelsap of druivensap. Deze werken laxerend.
- Vermijd sterke kruiden, koffie en alcoholische dranken.
Kanker: voeding bij constipatie
- Jestoelgang kan veranderen doordat je:
- bepaalde medicatie gebruikt.
- minder eet dan voordien.
- minder vezels eet dan voordien.
- te weinig drinkt.
- minder beweegt dan voordien.
- In veel gevallen zal de arts een laxeermiddel voorschrijven. Maak eventueel gebruik van vezelpreparaten die verkrijgbaar zijn in de apotheek (bijvoorbeeld stimulance ®, benefiber ®).
- Zorg voor een vezelrijke voeding:
- volkoren granen zoals volkoren brood, volkoren deegwaren, zilvervliesrijst,… .
- groenten, peulvruchten, vers en gedroogd fruit, noten en zaden, peperkoek, volkoren koekjes,… .
- Volgende gewoontes kunnen de stoelgang bevorderen:
- Drink minstens 1,5l per dag. Drink eventueel een glas lauw water of fruitsap op nuchtere maag.
- Eet regelmatig en sla geen maaltijden over.
- Door te ontbijten brengt u uw darmen op gang.
- Ga bij elke aandrang meteen naar het toilet.
- Probeer zoveel mogelijk te bewegen.
Kanker: voeding bij een pijnlijke mond, keel of slokdarm
- Spoel je mond regelmatig met zoutwater (2 theelepels keukenzout oplossen in 1 liter water).
- Zure fruitsoorten zoals citrusfruit (appelsien, citroen, pompelmoes,…) of fruitsap kunnen te scherp zijn. Fruitsoorten zoals aardbeien, peer, perzik, banaan of meloen zijn minder zuur. Verzacht zure smaken eventueel door toevoeging van een melkproduct (yoghurt, slagroom) of maak een milkshake met ijs en fruit.
- Vermijd scherpe kruiden zoals peper, paprika, curry, mosterd, knoflook,…. Groene kruiden zoals peterselie, kervel, tijm, en dille geven meestal minder hinder. Voeg eventueel wat room of melk toe om scherpe smaken te verzachten.
- Vermijd sterk gezouten voeding, zoals gerookte vleeswaren, gerookte vis, bouillon, chips, gezouten noten,….
- Gebruik bij een pijnlijke mond eventueel een rietje om te drinken.
- Laat warme gerechten of dranken eerst afkoelen tot kamertemperatuur.
- Koude dranken, een ijsklontje of een ijsje kunnen de mond en keel verzachten.
- Vermijd koolzuurhoudende en alcoholische dranken.
- Vermijd voeding die de mond, keel of slokdarm kunnen beschadigen zoals broodkorsten, hard fruit, hard gebakken gerechten, noten,... . Let op met graten en botjes.
- Wanneer je brood moeilijk kan slikken, kun je het eerst soppen in melk of in de soep.
- Pas de consistentie van je voeding aan als je problemen ondervindt met kauwen of slikken. Probeer eerst zachte voeding (aardappelpuree, pasta, vis, zacht vlees, gekookte groenten,….). Indien nodig kun je gerechten grof malen of fijn mixen.
Kanker: voeding bij een droge mond
- Spoel je mond regelmatig met zoutwater (2 theelepels keukenzout oplossen in 1 liter water).
- Zorg dat je steeds drinken bij de hand hebt, ook 's nachts.
- Drink voortdurend kleine slokjes tijdens de maaltijd.
- Gebruik extra saus of bouillon om gerechten vochtiger te maken. Voeg extra boter, room of mayonaise toe om de voeding smeuïger te maken.
- Gebruik smeuïg beleg zoals paté, smeerkaas of een vlees –of vissalade.
- Sop brood in melk of in de soep.
- Vervang brood eens door ontbijtgranen met melk, havermout,….
- Probeer friszure voedingsmiddelen zoals appel, ananas, tomaat, komkommer, augurk,… of friszure dranken zoals water met citroen, frisdrank, fruitsap, karnemelk, drinkyoghurt,… .
- Stimuleer je speekselklieren door te zuigen op ijsblokjes, een ijsje of een snoepje.
- Kauwen stimuleert de speekselproductie en heeft een gunstig effect op de smaak. Schakel niet te snel over naar vloeibare of gemalen voeding.
- Spoel je mond grondig na elke maaltijd en na het gebruik van zure of suikerrijke voeding. Gebruik eventueel een rietje bij het drinken van zure dranken zoals frisdrank. Aangezien je minder speeksel hebt, zijn je tanden minder beschermd tegen zuren.
- Gebruik eventueel een speciale spray om je mond te bevochtigen. Deze zijn verkrijgbaar bij de apotheek.
Kanker: voeding bij hinderlijke slijmvorming
- Spoel je mond regelmatig met zoutwater (2 theelepels keukenzout oplossen in 1 liter water).
- Slijmvorming kan het gevolg zijn van de behandeling. Klachten kunnen optreden na het gebruik van melkproducten, chocolade en suikerrijke producten. Deze voedingsmiddelen geven een plakkerig en slijmerig gevoel maar zijn niet de oorzaak van slijmproductie.
- Spoel je mond met water na het drinken van melk. Zure melkproducten zoals karnemelk en yoghurt of sojamelk geven minder klachten. Hoe kouder de melkproducten, hoe minder de klachten.
- Probeer friszure voeding zoals appel, ananas, tomaat, komkommer, augurk,… of friszure dranken zoals water met citroen, frisdrank, fruitsap,…
- Wanneer het speeksel dik, taai en draderig wordt, raadpleeg je best een arts. Deze kan eventueel medicatie voorschrijven.
Kanker, voeding bij kauw- en slikproblemen
Broodmaaltijden
- Snijd de korsten van je brood. Smeer eventueel een dikke laag boter en gebruik smeerbaar beleg, zoals paté, smeerkaas, vlees- of vissalades, choco, confituur,….
- Kies voor zachte broodsoorten zoals sandwiches of vervang brood eens door omelet, roerei, pannenkoeken, verloren brood, broodpudding, koffiekoek, eclair,….
- In plaats van brood kun je ook yoghurt of pudding eten of je kunt zelf een pap maken. Mix grove graansoorten zoals havermout eventueel fijn met een staafmixer.
- Sop brood in de melk of koffie of maak een broodpap (brood weken in warme melk en suiker en boter toevoegen).
- Laat ontbijtgranen zacht worden in melk of yoghurt.
- Wanneer de voeding vloeibaar moet zijn kun je eventueel een drinkyoghurt nemen. Je kunt ook een milkshake (melk, roomijs en eventueel fruit) of een smoothie (fruit of fruitsap mixen met volle yoghurt en/of room) maken.
Warme maaltijd
- Laat warme gerechten eventueel afkoelen tot kamertemperatuur.
- Kies voor zachte vlees- en vissoorten. Vette vleessoorten zijn vaak zachter (hamburger, worst). Suddergerechten zoals stoofvlees zijn zacht en smeuïg en zullen makkelijker naar binnen glijden.
- Bak vlees of vis niet te hard aan. Let op met draderig en gepaneerd vlees. Dit is vaak hard en moeilijker om te slikken. Let op met graten bij vis.
- Vlees en vis kunnen ook vervangen worden door eieren, vegetarische producten of melkproducten.
- Pastagerechten met saus zijn zacht en glad en glijden makkelijk naar binnen.
- Kook groenten goed gaar. Snijd vezelige groenten zoals erwten, champignons, asperges en bleekselder goed fijn of eet ze met veel saus. Zachte groenten zijn bijvoorbeeld bloemkool, broccoli, sperziebonen, koolsoorten, wortel, spinazie… .
- Stoof groenten aan in boter of bereid in een saus.
- Vervang groenten eens door een fruitmoes, gestoofd fruit of fruit op blik.
- Mix aardappelen niet fijn met een staafmixer. Hierdoor wordt de puree ‘lijmerig’. Prak ze liever fijn en voeg extra boter, room en een ei toe.
- Wanneer groenten, vlees en aardappelen samen gemixt worden, kan u een onsmakelijke brei bekomen. Door alles apart te mixen en te serveren krijg je een kleurrijk bord.
- Vermijd scherpe kruiden en sterk gezouten voedsel.
- Ga niet onnodig over op vloeibare voeding. Kauwen heeft een gunstige invloed op de smaak en de speekselproductie. Vraag eventueel advies aan een logopedist.
Dranken
- Vermijd koolzuurhoudende en sterk alcoholische dranken.
- Laat warme dranken afkoelen tot kamertemperatuur.
Tussendoortjes
Tussendoortjes zijn een belangrijke aanvulling van de hoofdmaaltijden. Zeker als je minder eet dan je voordien gewend was of wanneer je vloeibare voeding gebruikt. Neem zes tot zeven tussendoortjes per dag zoals:
- cake, slagroomtaartje, eclair, madeleine, eierkoek,… . Dop harde koeken eventueel in wat melk of koffie.
- volle yoghurt, pudding, pap, chocomousse, tiramisu, roomijs, sorbet….
- een (kant- en klare) milkshake of smoothie.
- fruit op blik, fruitmoes of zacht fruit zoals banaan, mango, kiwi, meloen, steenvruchten, aardbei, kiwi,… Fruit kan ook geraspt of geperst worden. Probeer ook eens een fruitpap.
- een toastje of sandwich met smeerbaar beleg.
- gefrituurde hapjes.
- een plakje zacht beleg (zachte vleeswaren, kaas,..).
- zoute aperitiefkoekjes, blokjes (smeer)kaas, kruidenkaas, paté,…
- minuut soep, crémesoep, bouillon,… Laat eventueel enkele beschuiten in de soep weken.
Als je via de gewone voeding onvoldoende kan eten, kun je dieetpreparaten inschakelen. Raadpleeg je diëtist of apotheker voor meer informatie. De prodcuten zijn enkel verkrijgbaar in de apotheek en bestaan onder vorm van:
- energierijke poeders (eiwitten of koolhydraten) die u aan gerechten kan toevoegen.
- medische voeding (dranken, pudding, mousses) die veel calorieën aanbrengen in een compacte hoeveelheid.
Kanker: voeding bij vermoeidheid
- Koop kant- en klare maaltijden of gebruik producten uit blik of uit de diepvries.
- Maak grotere porties op de momenten dat je je beter voelt. Je kunt de extra porties enkele dagen in de koelkast bewaren of invriezen.
- Vraag aan iemand om de boodschappen te doen of voor je te koken. Je kunt ook maaltijden aan huis laten bezorgen.
- Neem meerder kleine maaltijden, verspreid over de dag.
- Als kauwen te vermoeiend is kun je wat vaker zachte of vloeibare voeding eten zoals pudding, (drink)yoghurt, pap, soep,... .
Kanker: voeding en hygiëne
- Verhit vlees steeds tot in de kern. Gebruik geen rauw bereide vlees(waren) of rauw bereide salades zoals steak tartaar, carpaccio, filet américain, garnaalsalade,….
- Vermijd schaal- en schelpdieren (bijvoorbeeld mosselen). Gebruik geen rauwe vis (tartaar, carpaccio, gerookte vis, sushi,…).
- Vermijd schimmelkazen en kazen bereid met rauwe melk zoals brie, camembert.
- Was groenten grondig en schil ze. Vermijd rauwkost afkomstig van een saladbar, (zelfbediening)restaurants, meeneemmaaltijden.
- Bewaar rauwe producten gescheiden van bereide producten. Dek alle voedingsmiddelen af, ook in de koelkast.
- Ontdooi diepgevroren voedingsmiddelen in de koelkast of in de microgolfoven. Laat nooit ontdooien op kamertemperatuur.
- Giet dranken steeds in een glas of drink met een rietje. Drink niet rechtstreeks van de fles of van een blikje.
- Controleer steeds de vervaldatum op verpakkingen.
- Gebruik geen etensresten.
- Kies zoveel mogelijk voor klein of individueel verpakte voedingsmiddelen.
Lees minder
Lees meer
Acute lymfocytische leukemie
|
telefoonlijn voor alle vragen over kanker |
|
|
algemene informatie - gezond leven - onderzoek - leven met kanker - jongeren en kanker |
|
|
algemene informatie - preventie - kom op tegen kanker - onderzoek - patiënten - lotgenoten |
|
|
vragen stellen over kanker via telefoon of via e-mail |
|
|
praatgroep - historisch - fotoboek - links - contacten - giften |
|
|
agenda - gino - wie zijn wij - ziek en nu - leukemie en lymfomen - links
|
|
Lees minder
Lees meer