Het dumping syndroom is een verzamelnaam voor de klachten die ontstaan bij een te snelle maaglediging. Klachten ontstaan vooral na het eten of drinken van fel gesuikerde voedingsmiddelen (frisdrank, gebonden soep,…).

Normale vertering
Het voedsel dat we eten komt via de slokdarm in de maag. In de maag wordt het voorbereid op de vertering.  Het voedsel wordt gekneed, fijngemalen en vermengd met maagsap. Na ongeveer twee tot drie uur komt het voedsel vervolgens in de dunne darm terecht. De sluitspier van de maag zorgt ervoor dat het voedsel de maag in kleine hoeveelheden verlaat. In de dunne darm wordt het voedsel vermengd met verteringssappen en start de vertering. De voedingsstoffen die vrijkomen, worden via de dunne darmwand in het lichaam opgenomen. De voedselresten passeren vervolgens de dikke darm en verlaten uiteindelijk het lichaam via de stoelgang.

Het dumping syndroom kan het gevolg zijn van:

• een operatie:
• verwijdering (deel van de )maag.
• bariatrische chirurgie (vb gastric bypass).
• een beschadiging van de maagzenuw (nervus vagus).

Lees meer

Lees minder

Er wordt een onderscheid gemaakt tussen twee vormen van dumping.

Vroege dumping treedt ongeveer een half uur na de maaltijd op. Klachten ontstaan vooral na het eten of drinken van fel gesuikerde voedingsmiddelen (frisdrank, gebonden soep,…). Het voedsel  komt in te grote hoeveelheden in de dunne darm terecht. Omdat de voeding veel sterker geconcentreerd is dan het de inhoud van de dunne darm, wordt er veel vocht uit de omliggende bloedvaten onttrokken. Typische klachten die hierbij ontstaan zijn:

• buikpijn;
• diarree;
• opgeblazen gevoel;
• slaperigheid, zwaktegevoel;
• hartkloppingen;
• misselijkheid/overgeven.

Late dumping ontstaat ongeveer anderhalf uur tot twee uur na de maaltijd. Doordat het voedsel veel sneller dan normaal in de dunne darm terecht komt, worden suikers versneld opgenomen in het bloed. Om deze suikers te kunnen verwerken moet het lichaam insuline aanmaken. De productie van insuline komt echter te laat op gang waardoor er nog steeds insuline geproduceerd wordt wanneer de suiker al uit het bloed is opgenomen. Door een ‘suikertekort’ ontstaan volgende klachten:

• zweten;
• trillen, onrustig gevoel;
• duizeligheid.

De klachten zullen snel verbeteren door wat druivensuiker of gesuikerde frisdrank te nemen.

Lees meer

Lees minder

Voorkom dumping klachten door:

• gewone suiker te vervangen door kunstmatig zoetmiddel.
• gesuikerde frisdranken en fel gesuikerde  voeding te vermijden.
• niet te drinken vlak voor, tijdens of vlak na het eten.

Neem bij dumping klachten snel wat druivensuiker of wat gesuikerde frisdrank (geen light of zero!). Een suikerklontje wordt niet snel genoeg opgenomen en is dus geen goed idee.

Lees meer

Lees minder

Voorkom een dumping klachten door:

• gewone suiker te vervangen door kunstmatig zoetmiddel.
• gesuikerde frisdranken en fel gesuikerde  voeding te vermijden.
• niet te drinken vlak voor, tijdens of vlak na het eten.

Neem bij dumping klachten snel wat druivensuiker of wat gesuikerde frisdrank (geen light of zero!). Een suikerklontje wordt niet snel genoeg opgenomen en is dus geen goed idee.

Algemene tips:

• Neem rustig de tijd om te eten. Neem kleine happen en kauw goed.
• Neem dikwijls kleine porties. Neem zes tot acht kleine maaltijden per dag.
• Drink niet vlak voor, tijdens of net na de maaltijd. Zorg er wel voor dat je minstens 1,5l vocht per dag drinkt. Spreid goed over de dag.
• Neem soep bijvoorbeeld al één uur voor de maaltijd.
• Vers fruit geeft over het algemeen geen problemen, maar wordt best niet in te grote hoeveelheden gebruikt.
• Lactose (melksuiker) wordt snel opgenomen in het bloed en kan tot klachten leiden. Ga voor jezelf na of je melkproducten al dan niet kan verdragen. Zure melkproducten zoals yoghurt en karnemelk worden doorgaans goed verdragen. Je kan ook gebruik maken van lactosearme melk(producten), sojaproducten, amandelmelk, rijstmelk,….
• Vermijd gesuikerde frisdranken en fel gesuikerde  voeding. Fruitsappen bevatten natuurlijke (snelle) suikers en zijn daarom ook te vermijden. Wees matig met suikerrijke voeding zoals koekjes, gebak en zoet beleg.
• Zorg ervoor dat je steeds wat gesuikerde frisdrank of druivensuiker bij de hand hebt, zodat je meteen kan ingrijpen wanneer het suikergehalte in je bloed te laag is.
• Indien je moeilijkheden hebt om op gewicht te blijven, raadpleeg dan een diëtist.

Lees minder

Lees meer